Het is belangrijk dat je als operatieassistent kwalitatief goede en veilige zorg verleent aan patiënten. Hierna lees je welke richtlijnen en programma’s eraan bijdragen dat je jouw werk goed kunt doen. En ook wat je eigen verantwoordelijkheid hierin is.
Richtlijn Perioperatief traject
Een richtlijn die belangrijk is voor operatieassistenten is de Richtlijn perioperatief traject. Deze wil de veilige zorg bevorderen rondom alle interventies waarbij anesthesiologische zorg gegeven wordt. De richtlijn bestaat uit verschillende stappen, waaronder de aankomst op het OK-complex, op de operatiekamer, de operatie, het einde van de procedure en het verlaten van de operatiekamer. Ook verantwoordelijkheden van operatieassistenten worden beschreven in deze richtlijn. Focus is steeds de patiëntveiligheid en de inrichting en afstemming van het perioperatief traject.
Veilige toepassingen medische technologie
Een belangrijk issue is ook de veilige toepassing medische technologie. Voor zowel medische apparatuur (en ICT-toepassingen) als voor medische disposables is de wetgeving gewijzigd. Meer informatie is te lezen in het Convenant 'Veilige Toepassing van Medische Technologie in de medisch specialistische zorg'.
Veiligheidsmanagementsysteem
Nederlandse ziekenhuizen werken al jarenlang aan het verbeteren van de patiëntveiligheid – en daarmee aan de kwaliteit van zorg. De eerste structurele stappen naar een systematische aanpak van het patiëntveiligheidsbeleid zijn gezet met hulp van het VMS Veiligheidsprogramma, dat liep van 2008-2012. Om de patiëntveiligheid te vergroten en te borgen hebben alle Nederlandse ziekenhuizen toen een veiligheidsmanagementsysteem (VMS) en tien inhoudelijke thema’s geïmplementeerd. Met een VMS kunnen zij continu risico’s signaleren, verbeteringen doorvoeren en beleid vastleggen, evalueren en aanpassen.
Als operatieassistent meld je onder meer (bijna-)incidenten, fouten en andere problematiek in het verbetersysteem. Zo wordt het geregistreerd als mensen (bijna) fouten maakten, de patiënt op een andere wijze risico liep of als een behandeling uitgesteld moet worden. En ook als materiaal niet aanwezig was of defect, ‘verlopen’ of anderszins niet beschikbaar. Fouten of incidenten bespreek en deel je met elkaar om alle processen zoveel mogelijk te optimaliseren.
De website VMSzorg.nl biedt onder meer informatie en instrumenten om patiëntveiligheid in het ziekenhuis verder vorm te geven en helpt bij het invoeren van verbetermaatregelen.
Eigen verantwoordelijkheid
Bij het realiseren van professionele kwaliteit is het om te beginnen natuurlijk essentieel dat je richtlijnen en professionele standaarden naleeft. Maar het is minstens zo belangrijk om persoonlijk verantwoordelijkheid te nemen voor kwaliteit en veiligheid en steeds te kijken hoe je zelf de zorg voor patiënten nog verder kunt verbeteren. Bovendien kun je door veilig te werken ook schadeclaims van verzekeraars voorkomen (bijvoorbeeld vanwege het onbedoeld achterblijven van operatiemateriaal).
Aandachtspunten
Hoe kun je nu als operatieassistent zelf bijdragen aan het vergroten van de (patiënt)veiligheid en de kwaliteit van zorg? Een aantal aandachtspunten:
- Handel vanuit het belang van de patiënt of cliënt.
- Handel volgens beroepsnormen, richtlijnen of protocollen, waarbij afwijking hiervan plaats heeft volgens het ‘pas toe of leg uit’-principe.
- Handel zodanig dat kwaliteit en veiligheid zijn af te lezen uit een patiëntendossier/zorgplan/protocol dat voldoet aan de eisen.
- Heb en neem de operationele verantwoordelijkheid voor kwaliteit en veiligheid volgens interne afspraken per instelling.
- Leg verantwoording af over de aanpak en resultaten van het professionele kwaliteits- en veiligheidssysteem en over de beoordeling van het onderling functioneren.
- Zie op elkaar toe en geef elkaar feedback.
- Houd je aan instellingsbesluiten die, na goed overleg, met de professionals door de raad van bestuur zijn vastgesteld.
Toezicht op het Perioperatief Traject
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ziet toe op de kwaliteit van het perioperatieve traject. Tijdens dit traject dat de patiënt doorloopt zijn zeer veel mensen betrokken op afdelingen waar het spreekuur, de planning, voorbereiding, operaties en nazorg plaatsvinden. Ook worden belangrijke gegevens van de patiënt meerdere malen overgedragen aan opvolgende zorgverleners en wordt gebruik gemaakt van veelal complexe medische apparatuur. Dit alles maakt dat de kans op fouten of bijna-fouten groot is.
Veel procedures en handelingen in het operatieve proces zijn daarom gestandaardiseerd in de vorm van richtlijnen en lokale protocollen met de beste manier van uitvoering, het zogenaamde Toetsingskader Perioperatief Traject. Werken volgens deze beschrijvingen draagt bij aan een veilige operatieve zorg in Nederland.
Röntgenapparatuur op de OK
De vraag of operatieassistenten röntgenapparatuur op de OK mogen bedienen, wordt regelmatig gesteld aan zowel de LVO als de Nederlandse Vereniging Medische Beeldvorming en Radiotherapie (NVMBR). Daarom hebben de twee beroepsverenigingen hierover een gezamenlijk en duidelijk standpunt ingenomen. Ze zijn van mening dat de radiodiagnostisch/radiotherapeutisch laborant de aangewezen persoon is om dit te doen. Indien de operatieassistent deze taken uitvoert, moet worden voldaan aan de Europese eisen van scholing en training voor het toedienen van ioniserende straling en radioactieve stoffen. Lees meer over hun standpunt in het document 'Standpunt LVO en NVMBR over bediening röntgenapparatuur op de OK'.