Op de OK in Oeganda: Het is zo’n andere wereld'

Miranda van Wanrooij (50) en Anke van der Wijst (57) zijn al bijna 25 jaar collega’s in het Máxima MC in Eindhoven/Veldhoven. Afgelopen zomer reisden zij naar Mutolere in Oeganda om daar in het St. Francis Hospital te assisteren bij de introductie van gasloze laparoscopie. (tekst: Femke van den Berg; foto: Celine Debie)

Ziekenhuis met op de werkvloer Miranda van Wanrooij en Anke van der Wijst

Hoe kwamen jullie op het idee om naar Oeganda te gaan?

Miranda: ‘Oud-tropenarts en algemeen chirurg Peter Reemst, die tot aan zijn pensionering bij ons in het ziekenhuis werkte, kwam al jaren in het St. Francis via de stichting `Vrienden van Mutolere Hospital´. Zes jaar eerder was ik al eens met hem mee geweest. Vorig jaar vertelde hij dat hij hulp kon gebruiken bij een nieuw project, rondom het opstarten van gasloze laparoscopie. Of ik interesse had om mee te gaan. Natuurlijk!’

Anke: ‘Ook ik wilde graag naar Oeganda. Maar dan wel op voorwaarde dat ik echt iets zou kunnen bijdragen. Dat kon in dit project.’

Waarom gasloze laparoscopie?

Anke: ‘Bij laparoscopie gebruiken we in Nederland altijd koolzuurgas. Maar in afgelegen en landelijke gebieden is CO2 niet altijd voorhanden. Het is alleen verkrijgbaar in de hoofdstad Kampala, wat op een dag reizen ligt. Daarom is het handiger om de operatie in Mutolere zonder gas uit te voeren.’

Miranda: ‘Bovendien is een gasloze laparoscopie goedkoper, want de patiënt kan onder spinaal anesthesie geopereerd worden. Je hebt er minder apparatuur en medicatie voor nodig.’

Wat maakt jullie geschikt om te helpen bij de introductie van gasloze laparoscopie?

Miranda: ‘Vooral onze jarenlange ervaring! Hoewel we inmiddels allebei heel wat jaartjes vakspecialist Orthopedie zijn, hebben we in Nederland destijds geholpen bij de introductie van de laparoscopie. Die ervaring hadden we nog in onze rugzak zitten. Dat kwam in Oeganda goed van pas.’

Hoe hebben jullie je op het vertrek voorbereid?

Anke: ‘Vooraf hebben we contact gelegd met het hoofd OK en de gynaecoloog in Mutolere om te horen welke instrumenten en apparatuur zij hebben en wat ze nog misten. Vervolgens hebben we op onze OK gekeken welke afgeschreven spullen we konden meenemen naar Oeganda.’

Miranda: ‘Bijvoorbeeld een extra – en grotere – monitor met benodigde kabels, wat instrumenten en disposables.’

Hoe ziet het ziekenhuis in Mutolere eruit?

Anke: ‘St. Francis is een missieziekenhuis, dat financiële steun krijgt van meerdere landen. De OK is een paar jaar terug verbouwd. Nu zijn er drie grote operating theaters en drie kleinere die vooral gebruikt worden voor poliklinische ingrepen. Ik was verrast over hoe netjes het eruitziet. Wel viel op dat de operatietafels, apparaten en instrumenten erg oud en versleten zijn en niet altijd goed functioneerden.’

Miranda: ‘Het instrumentarium bleek ook niet even schoon. Zo worden laparoscopische instrumenten gedesinfecteerd in cidex. Daarvoor moet je ze wel éérst uit elkaar halen en daarna goed spoelen met aquadest. Maar vrijwel alle instrumenten zaten vastgeplakt of -geroest. Het was bijna een dagtaak om alles uit elkaar te krijgen en schoon te maken, zodat het weer functioneerde.’

Wat hebben jullie precies gedaan in Mutolere?

Miranda: ‘De eerste week inventariseerden we apparatuur en checkten we of alles werkte. Vervolgens hebben we van alle instrumenten foto’s en beschrijvingen gemaakt. Wat is welk instrument? Hoe moet het in elkaar en uit elkaar? Hoe gebruik je het? Hoe maak je het schoon? Ook gaven we het team klinische lessen.’

Anke: ‘Daarna zijn we daadwerkelijk gaan assisteren bij gasloze laparoscopieën. Vooraf waren we een beetje sceptisch. Maar we merkten al snel dat deze methode een beter beeld in de buik geeft dan wij hadden verwacht. Dit dankzij een speciaal ontworpen rectractor voor gasloze laparoscopie.’

Merkten jullie cultuurverschillen in de manier van werken?

Anke: ‘Zeker. In Nederland denken wij ver vooruit en houden we rekening met alle mogelijke calamiteiten. Dat doen ze in Oeganda niet. Daar moet je je bij neerleggen; je bent te gast en moet je aanpassen aan lokale gewoonten.’

Miranda: ‘Wij hadden een checklist gemaakt van spullen die op de OK aanwezig moeten zijn voor als je een acute laparotomie moet verrichten. Daar deden de collega’s in Mutolere helemaal niets mee. Hun insteek is: als we acuut de buik moeten openmaken, pakken we tegen die tijd de spullen wel. Dat is een andere manier van denken en werken.’

Denken jullie dat er nu voldoende kennis is in Mutolere over de gasloze laparoscopie?

Anke: ‘Ja. We werkten vooral samen met drie lokale operatieassistenten. Zij hebben onze instructies goed opgepikt en zijn in staat om zelfstandig te ondersteunen bij een gasloze laparoscopie. Bovendien kunnen zij hun kennis overdragen aan hun collega’s.’

Miranda: ‘Als ze iets niet meer weten, kunnen ze veel terugvinden in de protocollen en werkinstructies die we hebben gemaakt. Ook hebben we een app-groep waarin ze vragen kunnen stellen.’

Hoe zit het met de bevoorrading?

Miranda: ‘De stichting stimuleert het ziekenhuis om materialen en middelen zoveel mogelijk in Oeganda te kopen. Daarnaast schenken buitenlandse bezoekers soms kleinere instrumenten en disposables.’

Anke: ‘Maar niet alles is altijd op voorraad in het ziekenhuis.’

Welke gebeurtenissen zullen jullie altijd bijblijven?

Anke: ‘De sectio’s in het St. Francis maakten veel indruk. In Nederland is een sectio een heel circus. Een team van zorgverleners staat klaar, de moeder mag zelf het kindje uit haar buik halen, er is soms een geboortefotograaf die alles vastlegt. In Oeganda krijgen aanstaande moeders enkel spinaal anesthesie; verder wordt er niet echt naar hen en de baby omgekeken. De baby wordt kort nagekeken en op een aankleedkussen gelegd. Alleen, niet bij de moeder … Na de geboorte vertonen de moeders weinig emotie, waarschijnlijk doordat de kindersterfte hoog is. Zij durven zich niet meteen te hechten.’

Miranda: ‘Bij een maandagochtendbriefing kregen we te horen dat er in het weekend een vader met een kindje naar het ziekenhuis was gekomen. Dat kindje moest aan de beademing. Vader gaf geen toestemming, want hij had geen geld voor de behandeling. Het kindje overleed kort daarop. Ik denk dan: hoe is dit mogelijk?! Het is zo’n andere wereld.’

Wat heeft deze reis jullie gebracht?

Anke: ‘Bewustwording over hoe ontzettend goed wij het in Nederland hebben. De laatste week van ons verblijf in Oeganda hebben we rondgereisd. Dan krijg je nog meer besef van de armoede in dit prachtige land. Verder vond ik het heel verrijkend om vanuit mijn kennis en ervaring Oegandese collega’s te kunnen helpen.’

Miranda: ‘Ik ook. Bovendien was het heel bijzonder om deze reis samen te maken. We konden de blije en verdrietige momenten goed met elkaar delen. Het is echt iets dierbaars wat je dan samen hebt.’

Zouden jullie het collega’s aanraden om ook eens zo’n reis te maken?

Miranda: ‘Zeker. Al liggen de mogelijkheden voor operatieassistenten niet voor het oprapen. Het moet op je pad komen; je bent afhankelijk van contacten en van concrete projecten waarbij je kunt aansluiten.’

Anke: ‘Ook het prijskaartje kan een drempel zijn: wij hebben dit project op eigen kosten en in eigen tijd gedaan. Alleen in onze huisvesting was voorzien door het St. Francis.’

Leefden jullie collega’s in Brabant met jullie mee?

Anke: ‘Heel erg! Ze hebben geld gedoneerd voor een goed doel in Oeganda. Hiermee konden we materialen aanschaffen voor een schooltje, dat de hulp ook hard nodig heeft. Die betrokkenheid van onze collega’s was erg mooi.’


Miranda en Anke hielden een speciale blog bij over hun reis; zeker de moeite waard om eens te bekijken!